persoonlijk

Geduld

gah

Ooit had ik een gesprek met mijn vader over de snelheid waarmee wij hier films kunnen kijken die in bijvoorbeeld de VS uitkomen. Vroeger moest je vele maanden wachten voordat een Amerikaanse film in dit land uitkwam. Soms duurde het jaren (wie weet nog wanneer ET hier op video uitkwam? Volgens mij was dit ver na 1982).

Mijn pointe was destijds dat het belachelijk was dat je zo lang moest wachten tot een film (of serie) hier beschikbaar was in de videotheek of op televisie en dat dat een van de redenen was van de populariteit van het illegale downloaden. Bovendien, zo vond ik, zouden de film- en televisiemaatschappijen dit gedrag aanzienlijk kunnen verminderen als zij een legaal en tijdig alternatief boden.

Mijn vader vond dat we maar gewoon geduld moesten hebben.

Ondertussen wordt er in de Verenigde Staten druk gedebatteerd over hoe lang na het uitkomen in de bioscoop een film in de verhuur mag komen en voorlopig lijkt die discussie nog voldoende halen en ogen te hebben zodat we op de korte termijn nog geen oplossing hoeven te verwachten.

De finale van de uitzending van de televisieserie Lost, deed me weer aan dit gesprek denken. Het schijnt dat de Britse televisiezender Sky1 de finale van de serie gelijktijdig met de Amerikaanse zender uitzond.

Misschien is de oplossing toch dichterbij dan ik dacht.
|

Erg

Krans met bloemen

Aanvankelijk had ik een vlammend relaas willen schijven over de kennelijke onmogelijkheid om vandaag de dag geld te storten op een rekening. De meeste banken kijken vreemd op als je met die bedoeling het pand betreedt. „Nee meneer, dit is geen kaskantoor” vertelde mij een bank. Toegegeven, het was niet mijn eigen bank. Maar die maakt het ook niet makkelijk: in de stad waar ik woon heeft die bank überhaupt geen kaskantoren.

Een en ander heeft er natuurlijk mee te maken dat de banken het veel prettiger vinden als we allemaal internetbankieren. Want dan doet de klant het werk zelf. Vreemd genoeg worden die besparingen dan weer niet doorberekend aan de klant maar dat zal wel met de kredietcrisis te maken hebben. Ik vraag me daarbij wel vaak af wat er gebeurt als er een storing is in je internetverbinding. Of als de pin-automaten niet werken.

Enfin ik was al helemaal op dreef maar toen gebeurde het drama op de opvang in België en daarbij vergeleken is mijn probleem opeens heel erg klein.
|

Big Brother en de boeiende gastcolleges

Digitale voice recorder

Ophef bij de Universiteit van Amsterdam: een van de gastcolleges is opgenomen en vervolgens bij de media terecht gekomen. Ik doel natuurlijk op de affaire Van der Linden.

Op dit moment betreft de ophef vooral het feit dat studenten „Op lafhartige en schaamteloze wijze [...] zich het bezit toegeëigend [hebben] van de uitspraken van Van der Linde” met als mogelijk gevolg dat „de kans op boeiende gastcolleges hierdoor verkleind wordt”.

Eigenlijk is meneer Van der Linden natuurlijk het zoveelste slachtoffer van Big Brother, het zichzelf steeds verder uitbreidende oog en nu dus ook oor dat ons allen in de gaten houdt. Ergens is dat wel geruststellend dat het niet alleen het oog en oor van de overheid en het bedrijfsleven is dat de burger in de gaten houdt, maar dat de burger ook wel eens dat oor op het bedrijfsleven of de politiek zou kunnen richten richt.

Dit voorval van een gepubliceerde opname van een college (het opnemen van colleges was zelfs in mijn tijd al zo gewoon dat een hoogleraar er amper van opkeek als een student bij aanvang een voice recorder op het bureau zette) geeft aan hoe iemand die „niets te verbergen heeft” — men mag immers verwachten dat iemand tijdens het geven van een college geen dingen zegt die hij of zij verborgen wil houden— wel degelijk iets te vrezen heeft.

Misschien dat het dan eindelijk tot iedereen doordringt waar alles overal maar opnemen, registreren en voor lange tijd vastleggen allemaal helemaal niet altijd een goed idee is.
|

Even helemaal weg

Lege straat

Ik was verdwenen. Verbijsterd keek de meneer op zijn monitor. Nergens een stipje met mijn naam erbij. Niet eens een bliepje kwam er uit het apparaat. Misschien, zo opperde de meneer, had Ik de gsm wel uitgezet. Of nieteens meegenomen, durfte een andere meneer er bijna niet aan toe te voegen.

De meneren keken elkaar aan.

En Ik had ook al geen e-mail gecheckt. Al bijna twee dagen niet. En geen websites bezocht. De eerste meneer veegde het zweet van zijn voorhoofd. Ik zal wel weer contant hebben betaald in het openbaar vervoer. Dat verschijnt hier ook niet, mopperde meneer twee. Ik maakt ons het leven zuur, mompelden de eerste meneer. Meneer twee knikte instemmend. Maar meteen klaarde zijn gezicht wat op: dat gaat er binnenkort uit.

De deur ging open en een derde meneer stak zijn hoofd naarbinnen: kenteken is ook al tijden nergens opgedoken.

Zucht.

Toen plotseling klonk er een bliep.

Ah, gelukkig, riep meneer twee. Ik is gewoon thuis. Hij zit te bloggen.
|

Oppassen wat je zegt

Kardinaal Richelieu

Give me six lines written by the most honorable of men, and I will find an excuse in them to hang him


Telkens als ik iets wil schrijven, ok bijna telkens, is er een klein stemmetje dat zegt: „moet je dit nu wel op de internets gooien?”. Een moeilijke vraag want zoals iedereen ondertussen uit ten treure uit de diverse media heeft moeten vernemen is ons persoonlijk leven de afgelopen jaren steeds verder geërodeerd. Een steeds groter deel van ons leven wordt immers geregistreerd, opgeslagen en geanalyseerd in bonuskaarten, verkeerscamera’s en de databases van de middenstand (wanneer heeft u voor het laatst iets besteld zonder naw gegevens achter te laten?) en besnuffeld door mensen die je nog geen zestig jaar geleden meteen van het erf zou schieten.

Moet een mens dat wat nog van zijn privéleven rest dan maar klakkeloos op internet dumpen?

Daar moet ik dan vervolges heel lang over nadenken. Vandaar dat er soms een tijdje tussen de verschillende artikelen zit.

En steeds weer denk ik: Neen! als waren mijn gedachten het laatste waardevolle kleinood dat mij nog rest. Maar niet lang daarna denk ik weer: Ja! want als René Descartes zijn gedachten niet op een of andere manier met een ander had gedeeld, dan zouden wij nooit geweten hebben dat we zijn...

Vandaag heb ik weer een uitermate Ja! moment. Iets minder filosofisch deze keer. Ik weet ook niet precies hoe ik er zo op kwam maar ik dacht: als ze je woorden tegen je willen gebruiken, dan lukt ze dat toch wel.

Dus hier...
|

iPhones, iPhones everywhere

een gebreide iPhone
Het moet ergens in 2004 zijn geweest dat op internet de eerste roddels verschenen over een iPod zonder knoppen maar met een aanraakscherm. Twee jaar later bevestigde Apple dat er inderdaad zoiets aan zat te komen maar niet alleen als iPod, doch in de vorm van een telefoon en vorig jaar kwam het ding dan op de markt.

Zo, wat wilde ik zo’n ding hebben. Maar dan wel een officiële. Ik heb op zich niets tegen ge’jailbreak’te (gehackte) iPhones maar mijn ervaring met Apple is dat officiële versies minder hoofdbrekens opleveren, nog los van het hele morele vraagstuk van het hacken.

Dus was het wachten en na 12 lange, lange maanden werd de iPhone dan eindelijk officieel in Nederland geïntroduceerd. Vanwege de voor de deur staande vakantie, een hardnekkig tekort aan exemplaren en een nog te ver in de toekomst liggende aflooptermijn van mijn huidige mobiele abonnement, heb ik niet meteen een iPhone kunnen bemachtigen.

Maar sindsdien zie ik het apparaat wel overal. Iedereen heeft een iPhone. In de bus(halte!) en trein, op straat, in het aquarium van het vakantieland, waar ik ook kijk: witte en zwarte iPhones.

En ik merk dat ik mijn vurige wens een iPhone te bezitten langzaam afneemt. Wat ik maar zie als bewijs dat een iPhone meer een statussymbool is dan een handig gebruiksvoorwerp (het feit dat iedereen een iPod heeft, heeft me nooit dwars gezeten).

Natuurlijk kan het ook zijn dat ik gewoon posh ben.
|

Als je niets te verbergen hebt...

Nu steeds meer mensen het een goed idee vinden om hun persoonlijke vrijheid in te ruilen voor (het idee van) meer veiligheid, hoor je steeds vaker de opmerking: “Als je niets te verbergen hebt, heb je ook niets te vrezen”.

Ik heb dat argument nooit helemaal goed begrepen. Volgens mij heeft iedereen namelijk vanalles te verbergen. Nou kan je natuurlijk zeggen: “Okee, als je niets te verbergen hebt dat tegen de wet indruist, dan heb je niets te vrezen”. Maar buiten dat dat een stuk minder lekker bekt, is het nog maar de vraag of dit klopt.

Er zijn talloze geheimen die niet tegen de wet zijn maar waarvan je toch niet wil dat ze in de openbaarheid komen. De meest voor de hand liggende zijn geheimen die betrekking hebben op ons lichaam. Hoewel je door de mate waarin lichamen tegenwoordig tentoongespreid worden (het is zomer, ik zou zeggen kijk eens naar buiten) hebben we er toch heel veel over te verbergen: de meeste toiletten hebben bijvoorbeeld drie wandjes en een deur (die op slot kan) en de gemiddelde slaapkamer heeft gordijnen/lamellen voor het raam (en een deur die op slot kan). Hier wordt kennelijk iets verborgen, maar er zullen slechts weinigen zeggen dat hier iets gebeurt wat tegen de wet is.

Iets minder voor de hand liggend is bijvoorbeeld informatie die je hebt over anderen waarvan je liever niet wil dat iedereen het te weten komen. Informatie over je ouders, je vrienden, je buren of je kinderen. Doorgaans geen verboden informatie maar wel dingen die soms gevoelig kunnen liggen. Je ouders slapen bijvoorbeeld gescheiden, je vrienden hebben schulden, je buren gebruiken jouw internetverbinding of je kinderen zijn erg traag met lopen of lezen.

Stuk voor stuk onschuldige geheimen. Maar laten we ze een tandje opvoeren: De man die voor zijn vrouw verbergt dat hij gokt, de vrouw die voor haar man verbergt dat ze drinkt, een vriend(in) die vreemdgaan verzwijgt, het kind dat verzwijgt dat het gepest wordt.
Nog steeds geheimen die weliswaar niet tegen de wet indruisen, maar het wordt toch al wat minder onschuldig.

Sterker nog, bij deze voorbeelden begin je al een beetje te denken: het zou eigenlijk wel goed zijn als dat niet verborgen bleef maar je kan je waarschijnlijk ook prima voorstellen dat men deze dingen voor zich houdt.

Kortom, we hebben genoeg te verbergen (en we vrezen vanalles, maar dit maar even terzijde). Toch geven bovenstaande voorbeelden niet aan wat nou het grote manco is in de gedachte dat je niets zou hoeven vrezen als je niets wilde verbergen.

Dat is namelijk van een andere orde: Het gevaar dat veel mensen zich de registratie van allerlei persoonlijke gegevens maar laten welgevallen, is dat op een gegeven moment een punt komt dat zodra je aangeeft dat je iets te verbergen hebt, je automatisch verdacht wordt (zie hier een paar weliswaar niet altijd even genuanceerde maar evenmin ondenkbare voorbeelden).

Het als je niets te verbergen hebt-argument is mijns inziens nogal een dooddoener. Bovendien valt het me op dat de mensen die deze argument aanhangen doorgaans degenen zijn die het hardst zeuren als ze een boete krijgen.
|

Terug van heeeeel lang weggeweest

Het is de ziekte die de meeste (non-professionele) bloggers overkomt: je begint vrolijk met je blog en houdt het een tijdje vol. Maar na een poosje is de nieuwigheid en/of aardigheid eraf en ga je steeds minder vaak schrijven om er uiteindelijk helemaal de brui aan te geven.

Bij mij ging dat ook zo. Na experimenten met blogs op verschillende plekken met een vaak niet meer dan enkele tientallen artikelen stierf het bloggen een stille dood. Mijn laatste artikel hier bijvoorbeeld was oktober 2006. ik bedoel maar.

Een en ander heeft te maken met de constante twijfel over wat ik in vredesnaam zou moeten opschrijven en of dat eigenlijk wel interessant zou zijn voor mensen om te lezen. Een groot deel van de blog-wereld hangt van gepapagaai aan elkaar en wat zou daar nou nog aan toe te voegen zijn. Het ontbrak me, als (steeds) oude(r wordende) sok kennelijk aan de jeugdige hybris die veel bloggers drijft, bovendien is er weinig expertise waarover ik meen te moeten schrijven.

Waarom dan toch weer de handschoen opgevat, zult u u afvragen. Om eerlijk te zijn (en om het spannend te houden natuurlijk): ik heb geen idee. Een deel van mij dacht waarschijnlijk "wat de copuleer, ik begin gewoon weer eens". Aanmoedigingen in de persoonlijk omgevingssfeer kunnen oon van invloed zijn geweest.

Misschien is het een alternatief voor de oerdrang die het modene leven probeert te onderdrukken maar wat desondanks bij tijd en wijle de kop opsteekt: ik kan niet meer jagen (relationeel is niet meer nodig en waarom nog door de bossen hossen als de dieren in grote getalen in de plaatselijke supermarkt hapklaar in het cellofaan liggen?)

Maar het kan natuurlijk ook zijn dat er, met de opvallende prestaties van het Nederlands elftal de laatste dagen, voor mensen die niet geïnteresseerd zijn in foebal er domweg verdraaid weinig te doen valt.
|

Van mailberichten en faxen

Bij tijd en wijle heb ik te maken met kantoormensen. Op zich natuurlijk niets op tegen maar er is een ding waar ik me nooit helemaal overheen kan zetten en dat is de opmerking dat er iets 'op de fax of de mail' moet worden gezet. Nu heeft de fax mij eigenlijk nooit geïnteresseerd (ja dat het apparaat ISDN kantoren vaak als enige verbonden was met een analoge telefoonlijn waar je in het pre-wifi/ADSL tijdperk je modem op kon aansluiten) dus de uitdrukking 'ik zet het wel even op de fax' stoorde me minder. Die was hooguit wat merkwaardig. Maar dat constante 'zet het maar op de mail' is veel irritanter. Waarom? Omdat het aan alle kanten niet klopt!

E-mail of een e-mailbericht is 'een e-mail'. Correct Nederlands dicteert dat als je doelt op het starten van een e-mailprogramma, je het hebt over 'het starten van een e-mailprogramma. 'E-mail' als overkoepelende naam verwijst naar een verzameling (of alle) e-mailberichten. Kortom, e-mail, mail of een verwijzing daarnaar is onzijdig. En omdat e-mail onzijdig is, behoort men te zeggen "ik zet iets op HET mailtje/e-mailbericht". Dit klinkt precies zo raar als het is. Men zet iets IN een e-mail(bericht), niet er op.

Buiten dat is e-mail is een virtueel concept. Het is geen tastbaar ding of voorwerp. Je kan er dan ook niets op zetten (dit in tegensteling tot bij een fax; daar kan je desgewenst altijd een plant of nietmachine op zetten).
update: je kan ook iets op een e-mail zetten, alleen moet je het dan eerst afdrukken.
|

Commentaar?

Wat is wijsheid? In vroeger dagen wilde je nog wel eens een "gastenboek" op je website zetten om de lezer zo in staat te stellen te reageren op je website. Maarja zo'n gastenboek is ook maar saai en hoewel een paar trouwe lieden er nog wel eens iets izetten, keek ik er eigenlijk nooit meer in. Toen het gastenboek onlangs ook nog eens ontdekt werd door spammers, heb ik 'm maar afgesloten.

Maarja, een reactiemogelijkheid hoort toch ook wel een beetje bij een blog en bovendien ben ik benieuwd hoe deze functie werkt. Dus kom maar op...

De Comments-knop staat hieronder.
|

Luxe in de straat

Bij ons in the middle of nowhere wordt druk aan de riolering gebouwd. Eén straat achter ons is het asfalt al verdwenen en hapt een grote graafmachine diepe grachten door de straat (je vraagt je af, als dat hier kan waarom er in mijn geboortestad dan zo moeilijk over wordt gedaan maar dit geheel terzijde). Gevolg is natuurlijk dat de dames en heren autobezitters hun bolide niet meer voor de deur kwijtkunnen en die in onze straat zetten. Het is hier dus gezellig druk de laatste tijd.

Vanochtend wierp ik een blik uit de voordeur en viel het me opeens op hoeveel grote glanzende (met name zilverkleurige) vehikels er toch eigenlijk in de straat staan. Wat een luxe!. Onze straat wordt namelijk normaal bevolkt door in diverse staten van zijn verkerende tweedehandsjes. En nu dus allemaal bolides. Leuk hoor.

Van gemeentewegen een
upgepimpte straat. Nu maar wachtern op de commerciële tv-camera's
|

Zoveel te doen

Verslag doen van Oerol, recensie schrijven, moose blog schrijven, administratie, theatervoorstelling van 't Barre land zien, site Tessa bijwerken, backups maken...

maar WANNEER in 's hemelsnaam??!!
|

Reclame

Een week of twee geleden heb ik de reclame waar iki in meedeed voorbij zien komen. het is een reclame van UWV over een jaarcijferpresentatie die bijna de mist in gaat maar gered woirdt door een systeembegheerder in een rolstoel.

Ik heb alleen het staartje gezien (het was op National Geographic of Animal Planet ofzo) maar daarna niet meer. Terwijl ik toch speciaal voor de gelegenheid het een en ander aan reclameblokken heb zitten bekijken de afgelopen tijd.
|

Druk, druk, druk, maar waarmee eigenlijk

Daar 't Barre Land hard bezig is met hun 13 rijen ben ik tijdelijk min of meer een alleenstaande vader. En dat is druk. mijn hoofd loopt om. Maar aan het eind van de dag vraag ik me af waarmee eigenlijk. Wat doen we nou eigenlijk? De kinderen spelen wat terwijl ik werk of lees, we gaan af en toe naar eens speeltuin (dit alles natuurlijk als ze niet op school of de kinderopvang zittten) en plotseling is het bedtijd en als ik twee keer knipper is het half een 's nachts en moet ik snel naar bed.

Soms heb ik geen idee waar de tijd blijft.

Het schjijnt ook dat ik van deze periode moet genieten. Potverdorie, alsof ik het niet al druk genoeg heb. Moet ik ook nog een potje gaan lopen genieten. Brrr, ik ben aan vakantie toe.
Maar wel met de kinderen en met Simone als het kan.
|