Oppassen wat je zegt

Kardinaal Richelieu

Give me six lines written by the most honorable of men, and I will find an excuse in them to hang him


Telkens als ik iets wil schrijven, ok bijna telkens, is er een klein stemmetje dat zegt: „moet je dit nu wel op de internets gooien?”. Een moeilijke vraag want zoals iedereen ondertussen uit ten treure uit de diverse media heeft moeten vernemen is ons persoonlijk leven de afgelopen jaren steeds verder geërodeerd. Een steeds groter deel van ons leven wordt immers geregistreerd, opgeslagen en geanalyseerd in bonuskaarten, verkeerscamera’s en de databases van de middenstand (wanneer heeft u voor het laatst iets besteld zonder naw gegevens achter te laten?) en besnuffeld door mensen die je nog geen zestig jaar geleden meteen van het erf zou schieten.

Moet een mens dat wat nog van zijn privéleven rest dan maar klakkeloos op internet dumpen?

Daar moet ik dan vervolges heel lang over nadenken. Vandaar dat er soms een tijdje tussen de verschillende artikelen zit.

En steeds weer denk ik: Neen! als waren mijn gedachten het laatste waardevolle kleinood dat mij nog rest. Maar niet lang daarna denk ik weer: Ja! want als René Descartes zijn gedachten niet op een of andere manier met een ander had gedeeld, dan zouden wij nooit geweten hebben dat we zijn...

Vandaag heb ik weer een uitermate Ja! moment. Iets minder filosofisch deze keer. Ik weet ook niet precies hoe ik er zo op kwam maar ik dacht: als ze je woorden tegen je willen gebruiken, dan lukt ze dat toch wel.

Dus hier...
|