iPhones, iPhones everywhere

een gebreide iPhone
Het moet ergens in 2004 zijn geweest dat op internet de eerste roddels verschenen over een iPod zonder knoppen maar met een aanraakscherm. Twee jaar later bevestigde Apple dat er inderdaad zoiets aan zat te komen maar niet alleen als iPod, doch in de vorm van een telefoon en vorig jaar kwam het ding dan op de markt.

Zo, wat wilde ik zo’n ding hebben. Maar dan wel een officiële. Ik heb op zich niets tegen ge’jailbreak’te (gehackte) iPhones maar mijn ervaring met Apple is dat officiële versies minder hoofdbrekens opleveren, nog los van het hele morele vraagstuk van het hacken.

Dus was het wachten en na 12 lange, lange maanden werd de iPhone dan eindelijk officieel in Nederland geïntroduceerd. Vanwege de voor de deur staande vakantie, een hardnekkig tekort aan exemplaren en een nog te ver in de toekomst liggende aflooptermijn van mijn huidige mobiele abonnement, heb ik niet meteen een iPhone kunnen bemachtigen.

Maar sindsdien zie ik het apparaat wel overal. Iedereen heeft een iPhone. In de bus(halte!) en trein, op straat, in het aquarium van het vakantieland, waar ik ook kijk: witte en zwarte iPhones.

En ik merk dat ik mijn vurige wens een iPhone te bezitten langzaam afneemt. Wat ik maar zie als bewijs dat een iPhone meer een statussymbool is dan een handig gebruiksvoorwerp (het feit dat iedereen een iPod heeft, heeft me nooit dwars gezeten).

Natuurlijk kan het ook zijn dat ik gewoon posh ben.
|